Zakelijke toepassingen overlijdensrisicoverzekering

Op deze pagina komen de diverse toepassingen van de overlijdensrisicoverzekering voor ondernemers aan bod.

Het overlijden van een ondernemer kan flinke financiële gevolgen hebben voor het voorbestaan van de onderneming. Daarvoor biedt een overlijdensrisicoverzekering uitkomst. Hieronder staan we stil bij de diverse zakelijke toepassingen en de optimale polisredactie.

Als twee of meer ondernemers (compagnons) samen een bedrijf runnen kan de continuïteit van de onderneming in gevaar komen als één van de compagnons overlijdt. Bij het overlijden komt dat deel van de waarde van de onderneming toe aan de erfgenamen. In veel gevallen zullen de erfgenamen de onderneming niet voort willen of kunnen zetten. De onderneming zal dan teruggekocht moeten worden door de achterblijvende compagnon(s).

Zit de waarde van de onderneming vast in bijvoorbeeld onroerend goed, machines, inventaris, voorraad en auto’s? Dan is er op dat moment behoefte aan liquiditeit. Wil de bank deze financiering niet verstrekken? Dat kan dat voor problemen zorgen. Als de bank de financiering wel wil verstrekken, dan heeft dat negatieve gevolgen voor het resultaat en de cashflow. Om deze negatieve gevolgen op te vangen, kunnen de compagnons een overlijdensrisicoverzekering afsluiten. Met de uitkering kan het deel van de overleden compagnon worden teruggekocht.

Polisredactie en rechtsvorm van de onderneming

Om erfbelasting te voorkomen is het belangrijk dat de polissen qua rollen en personen op de juiste manier zijn ingericht. De optimale polisredactie is afhankelijk van de rechtsvorm van de onderneming.

IB-onderneming

Ondernemers die deelnemen in een vof of maatschap zijn ondernemers voor de inkomstenbelasting. Deze ondernemers sluiten de compagnonsverzekering in privé af (box 3). De premie is niet aftrekbaar en de uitkering is onbelast.

Door de verzekeringen kruislings af te sluiten kan heffing van erfbelasting worden voorkomen. De polisredactie is dan als volgt:

  • Verzekeringsnemer: compagnon 1
  • Verzekerde: compagnon 2
  • Begunstigde: compagnon 1
     

Zijn er meer dan twee compagnons? Dan kunnen de polissen op de volgende manier worden ingericht:

  • Compagnon 1 en 2: verzekering op het leven van compagnon 3
  • Compagnon 1 en 3: verzekering op het leven van compagnon 2
  • Compagnon 2 en 3: verzekering op het leven van compagnon 1

Besloten vennootschap

Bij een besloten vennootschap (BV) wordt de overlijdensrisicoverzekering door de BV of door de overige aandeelhouders in privé afgesloten. Aan beide keuzes zijn voor- en nadelen verbonden.

 

 

Verzekering privé sluiten

Verzekering door de BV sluiten

Voordelen

  • Flexibiliteit besteding uitkering.
  • Uitkering is onbelast.
  • De uitkering wordt direct naar de BV overgemaakt.
  • Premies zijn aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

Nadelen

  • Premie niet fiscaal aftrekbaar.
  • De uitkering valt in het resultaat van de onderneming.
  • Als het kapitaal uit de onderneming wordt gehaald moet dividendbelasting betaald worden.
  • Om het effect van de belastingheffing op te vangen moet een hoger bedrag verzekerd worden.

 

Hoogte van het verzekerd bedrag

Bij het overnemen van het deel van onderneming dat toebehoorde aan de overledene moet een overnameprijs bepaald worden. Uitgangspunt hiervoor is meestal de waarde in het economisch verkeer. Het is belangrijk om hierbij niet alleen te kijken naar de balanswaarde van de onderneming, maar ook naar eventuele goodwill. De waarde van de onderneming kan in de loop van de tijd steeds hoger worden. U kunt hier bij de vaststelling van het verzekerde bedrag al rekening mee houden.

Tip! Bij een TAF Overlijdensrisicoverzekering is het mogelijk om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten met een stijgend verzekerd kapitaal.

Een keyman is een persoon die ‘onmisbaar’ is voor een onderneming (ook wel sleutelfiguur genoemd). Denk aan een manager of ander personeelslid met specifieke kennis of een belangrijk netwerk. Het wegvallen van zo’n persoon kan grote invloed hebben op de continuïteit van de onderneming. Om dit risico op te vangen kan de onderneming een overlijdensrisicoverzekering afsluiten. 

Hoogte van het verzekerd bedrag

De hoogte het verzekerd bedrag is afhankelijk van het doel. Valt er bijvoorbeeld omzet weg en moet dit voor een bepaalde periode worden opgevangen? Of moet er kapitaal beschikbaar komen voor werving en selectie, opleiding en vervanging van de overledene?

Wie is de verzekeringnemer?

De verzekering wordt doorgaans afgesloten door de onderneming. De premie is in dat geval aftrekbaar van de winst en de uitkering behoort tot het resultaat van de onderneming. Tegenover die uitkering staan vaak extra kosten, zodat dit per saldo niet leidt tot een hoger resultaat en dus een hogere belasting. 

Veel ondernemers hebben een oudedagsvoorziening opgenomen binnen de onderneming. Dit is:

  • De oudedagsreserve (OR) bij de IB-ondernemer

  • Het Pensioen in eigen beheer (PEB) of de oudedagsverplichting (ODV) bij de BV

Bij het vrijvallen of uitkeren van de voorziening is belasting verschuldigd over de uitkering. Is dit bedrag niet liquide binnen de onderneming beschikbaar? Dan is dit een extra risico. Dit risico kan verzekerd worden door een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten op het leven van de ondernemer.

Oudedagsreserve (OR)

Een ondernemer mag voor de inkomstenbelasting ieder jaar een deel van zijn winst reserveren als oudedagsreserve. Over dit bedrag hoeft geen belasting betaald te worden. Er moet alsnog belasting betaald worden, als dit bedrag afneemt.

Wanneer neemt het gereserveerde bedrag af?

  • Als een deel van de oudedagsreserve wordt afgestort in een lijfrente;
  • Als de oudedagsreserve hoger is dan het ondernemingsvermogen, dat is het geval als:
    • de onderneming geheel of gedeeltelijk wordt gestaakt;
    • de AOW-leeftijd is bereikt of
    • er twee jaar niet meer is voldaan aan het urencriterium.
  • Als de onderneming wordt gestaakt;
  • Als de ondernemer overlijdt.

Wordt de afname van de oudedagsreserve afgestort in een lijfrente?
Dan wordt  de belastingclaim doorgeschoven. Er is moet dan belasting betaald worden  over de periodieke uitkeringen uit de lijfrente.

Valt de oudedagsreserve vrij als gevolg van overlijden?
Dan kan de oudedagsreserve worden overgedragen naar de partner. Als de partner tenminste  besluit om de onderneming voort te zetten. Als de partner de onderneming niet voortzet, valt de oudedagsreserve vrij in de winst en moet hier belasting over worden betaald.

Pensioen eigen beheer

Sinds 2017 is het niet meer toegestaan om pensioen in eigen beheer op te bouwen. Directeur-grootaandeelhouders (dga) die in het verleden pensioen hebben opgebouwd moeten de keuze maken tussen stoppen met verdere opbouw, afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Het bedrag dat in het verleden is gereserveerd, was vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Wanneer de voorziening tot uitkering komt wordt de pensioenuitkering bij de dga belast met inkomstenbelasting.

Heeft de dga gekozen om te stoppen met verdere opbouw van pensioen?
Dan kunnen zij deze voorziening op de balans houden. Bij overlijden van de dga valt de voorziening vrij in de winst. Er moet vennootschapsbelasting over de voorziening betaald worden.

VOORBEELD

Lukas (68) heeft pensioen opgebouwd in eigen beheer. Op de balans staat een reservering van € 500.000,-. Lukas overlijdt, de pensioenreserve van € 500.000,- valt vrij in de winst. Hierover moet vennootschapsbelasting betaald worden (€ 115.400). Om de belastingclaim op te vangen heeft de BV een overlijdensrisicoverzekering afgesloten. 


Oudedagsverplichting (ODV)

Als een pensioen in eigen beheer is omgezet in een oudedagsverplichting (ODV), moet dit bedrag in de toekomst worden uitgekeerd aan de ondernemer. De uitkeringen gaan in principe in bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en hebben een duur van twintig jaar. Als de uitkeringen eerder ingaan, moet deze termijn worden verlengd met alle jaren waarin de ODV eerder ingaat dan de AOW-leeftijd.

Verzekering om ODV uit te betalen
Bij het overlijden van de ondernemer gaat de ODV over op de erfgenamen. De BV kan de uitkeringen uitbetalen, maar het is ook mogelijk om de ODV binnen 12 maanden af te storten naar een lijfrente. Als er op het moment van overlijden onvoldoende liquide middelen in de BV aanwezig zijn om de termijnen uit te keren aan de erfgenamen of het bedrag van de ODV af te storten naar een lijfrente, kan dit problemen opleveren voor het voortbestaan van de BV. Om deze problemen te voorkomen kan de BV een overlijdensrisicoverzekering afsluiten op het leven van de dga.

Omdat de ODV ieder jaar hoger wordt is het aan te raden om een stijgende overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Dit is mogelijk bij TAF.

Het nabestaandenpensioen is een voorziening voor de nabestaanden als de dga overlijdt. De BV neemt de verplichting op zich om het nabestaandenpensioen uit te keren. Als de dga al op jonge leeftijd overlijdt, moet de BV een lange periode nabestaandenpensioen uitkeren (levenslang voor de achterblijvende partner).

Het nabestaandenpensioen vormt dan een risico voor de BV aangezien zij de uitkeringsverplichting heeft. De meeste BV’s hebben niet voldoende middelen om het nabestaandenpensioen gedurende een lange periode uit te keren. Om die reden wordt geadviseerd om de BV een overlijdensrisicoverzekering te laten sluiten op het leven van de DGA met een levenslange uitkering.

 

 

TAF Overlijdensrisicoverzekering

Door de flexibiliteit en keuzemogelijkheden van de TAF ORV kan deze exact worden afgestemd op het doel. De verzekering kan worden afgesloten op naam van de ondernemer of de onderneming. Er kan gekozen worden voor een eenmalige uitkering (TAF Overlijdensrisicoverzekering) of voor een periodieke uitkering (TAF Nabestaandenverzekering).