De feiten en fabels over een AOV

Te duur, te ingewikkeld of 'Ik raak toch niet arbeidsongeschikt’. Veel ondernemers hebben niets geregeld als ze niet meer kunnen werken. Maar wat is nu waar en niet waar als het gaat om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)?

1. Ik krijg pas uitgekeerd als ik helemaal niet meer kan werken: fabel

U kunt ook kiezen voor een uitkering als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, vanaf 25%. Bent u voor meer dan 80% arbeidsongeschikt? Dan bedraagt de uitkering het volledige verzekerd maandbedrag. Bij een lager arbeidsongeschiktheidspercentage ontvangt u een uitkering naar rato. Bent u 50% arbeidsongeschikt? Dan krijgt u een uitkering van 50%.

2. Als ik een ziekte heb (gehad) kan ik geen AOV meer sluiten: fabel

Het is een misverstand dat je met een ziekte, aandoening of klacht geen AOV meer kunt sluiten. U vult een gezondheidsverklaring in die wordt beoordeeld door een onafhankelijk medisch adviesbureau. Het doel daarvan is om uw gezondheid in te schatten in combinatie met uw werkzaamheden. En in de meeste gevallen wordt uw aanvraag gewoon geaccepteerd.

3. Vanuit de overheid is er niets meer voor mij geregeld bij arbeidsongeschiktheid: feit

Als u in loondienst werkt, wordt u gewoon doorbetaald als u niet meer kunt werken door een ziekte of een ongeval. Als ondernemer heeft u die garantie niet als u niets heeft geregeld. Ook niet van de overheid. U kunt ervoor kiezen om hiervoor zelf een spaarpot op te bouwen. Maar dat is vaak iets voor de korte termijn. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat bij 1 op de 5 ondernemers die arbeidsongeschikt is, de financiële buffer al na drie maanden op is. Het is daarom goed om een AOV te overwegen.

4. Ik betaal meer aan een AOV dan iemand in loondienst: fabel

Dat lijkt alleen maar zo, omdat u in loondienst niet duidelijk ziet wat u betaalt. De premies voor de Ziektewet en WIA worden door de werkgever betaald of ingehouden op uw salaris. Een werknemer betaalt ongeveer tussen 9 en 12 % van het bruto-inkomen. Volgens het CBS betalen de meeste ondernemers voor een AOV rond de 6,7%. Een behoorlijk verschil dus.

5. Een AOV helpt mij niet bij mijn herstel: fabel

Naast een eventueel uitkering kijken we samen met u hoe u zo snel mogelijk weer aan het werk kunt. Denk hierbij niet alleen aan deskundige begeleiding, maar ook aanschaf van hulpmiddelen en advies over het aanpassen van uw werkplek en werkzaamheden. Is daar om- of herscholing voor nodig? Ook daarmee helpen wij u graag.

6. Voor een AOV moet ik diep in mijn buidel tasten: fabel

Bij een AOV van TAF verzekert u alleen uw vaste lasten en een bedrag voor levensonderhoud, zoals de boodschappen. U verzekert alleen wat u echt nodig heeft. Een ondernemer die bij TAF € 2.000 per maand verzekert, betaalt gemiddeld € 137 aan premie. Omgerekend is dat nog geen euro per gewerkt uur. Berekenen wat uw AOV kost? Klik hier.

Meer over de TAF Ondernemers AOV